Over mij
7 vragen aan Theo Wildeboer
Hoe draag je als leerkracht jouw kennis goed over, geef je leerlingen het gevoel dat ze gezien worden én geef je les met meer impact? En welke rol heeft de schoolleider daarin? Drs. Theo Wildeboer verzorgt trainingen en adviestrajecten over leiderschap en onderwijskwaliteit en staat schoolbesturen bij tijdens zijn interim werk. Zijn motto? Opbrengstgericht werken!
Waarom ligt jouw hart bij het onderwijs?
“Ik heb een innerlijke drive om te onderzoeken hoe iets echt in elkaar zit. Op mijn twintigste begon ik als leerkracht in het basisonderwijs. Na een aantal jaar stapte ik over naar het speciaal onderwijs. Juist in die tijd werd mijn interesse verder aangewakkerd om mij te verdiepen in hoe je iets nu écht goed uitlegt. Ik ging naar het voortgezet onderwijs, waar ik lessen wis-, natuur- en scheikunde kreeg. Vaak vond ik deze lesstof ingewikkeld. Ik had docenten die alles van hun vak begrepen. Maar dat wil niet automatisch zeggen dat je het ook goed kunt overbrengen. Ik noem dat ook wel eens ‘de vloek van kennis’. Je weet zoveel dat je je bijna niet meer kunt voorstellen dat anderen, jouw leerlingen, iets niet weten. Daardoor ga je in je uitleg te snel naar details toe, terwijl dan de logica wordt gemist van je verhaal. De leerlingen pakken jouw verhaal dan niet op.
Voor mij was het later altijd een puzzel: hoe kan ik een leerling zover krijgen dat hij dit gaat begrijpen? Als leraar moet je je inleven in je leerlingen, in hun achtergrond en basiskennis. Je moet bijna figuurlijk ‘op je hurken’ gaan zitten. De kwaliteit van uitleggen is enorm bepalend voor het succes dat een leerling kan hebben. Door mijn eigen tijd als leerling in het voortgezet onderwijs, mijn tijd voor de klas en mijn studie onderwijskunde besloot ik me te specialiseren op dit stukje van het lesgeven, oftewel het didactisch handelen.”
Wat is jouw visie op goed onderwijs?
“Bevlogen leerkrachten en een uitdagend aanbod zijn uitgangspunten van goed onderwijs. Maar waar ik me vooral sterk voor maak, is extra aandacht voor kinderen uit kansarme milieus. Het onderwijs moet vooral ook compenseren voor kansenongelijkheid. Wist je dat gemiddeld genomen dertig procent van de kinderen in een klas uit minder ondersteunende milieus komen? Hun ouders hebben bijvoorbeeld zelf alleen basisonderwijs gevolgd of komen uit een achterstandsmilieu. Die kinderen gaan vaak niet naar musea, leren het verschil niet tussen sneeuw en rijp, ze hebben overall een kleine woordenschat.
Leerkrachten kunnen zich vaak niet voorstellen hoeveel deze kinderen niet weten. De kinderen raken achter en worden daardoor minder gemotiveerd om hun best te doen in de klas, of ze voelen zich dom. Want juist door het ervaren van een succes, raakt iemand gemotiveerd. Als leerkracht is het zaak eerst te analyseren waarom een kind bepaalde dingen niet kan begrijpen. Welke voorkennis mist er? Een leerkracht moet daarnaast grondig weten hoe leren eigenlijk in z’n werk gaat, hoe ons geheugen werkt en hoe we informatie in ons opnemen en verbanden leggen. Het vergt tijd en aandacht om dat uit te zoeken en die kennis bij te houden.”
Hoe kun je lesgeven met meer impact?
“Het onderwijs moet compenseren voor kansenongelijkheid. In mijn boek ‘De vier sleutels voor een effectieve les’ leg ik uit wat de elementen zijn voor leren met impact. Zorg ervoor dat kinderen het echt snappen, want dan ervaren ze succes en zullen ze gemotiveerd raken.
Overigens is het een misvatting om te stellen dat leren altijd leuk moet zijn. Je moet je best doen om dingen te snappen en dat vergt inspanning. Het is soms puzzelen en foutjes maken, maar als je uiteindelijk succes hebt, geeft dat een heel voldaan gevoel. Dat beschouw ik als lesgeven met impact: dat kinderen nieuwsgierig worden naar nieuwe stof, dat ze zelf actief worden om hun horizon te willen verbreden. Op die momenten plant je als leerkracht een zaadje. Als je kinderen in je les hebt die goed op jou reageren, enthousiast zijn en graag willen leren, raak je zelf als professional ook enthousiast.”
Welke rol heeft een schoolleider of -bestuurder daarin?
“Terwijl de leerkrachten aan hun vakbekwaamheid moeten blijven werken, is de schooldirecteur een onderwijskundig leider die het team op een hoog niveau brengt en houdt. Als leerkrachten vooraf duidelijk weten wat er van hen wordt verwacht, kun je als leider de uitvoering bij hen zelf als professionals laten. De meeste effectieve leider bestuurt in vertrouwen; hij of zij praat aan de voorkant over verwachtingen, polst tussendoor hoe het gaat, maar laat voor wat betreft de uitvoering ook maximale ruimte voor de professional.
Ik ben zelf ook opgeleid als vlieger. In de vliegopleiding leer je om te vertrouwen op je instrumenten, want dat zijn de feiten. Ook leer je daar te zijn waar je vliegtuig over vijf minuten is. Je leert dus te anticiperen. Ik maak schoolleiders en bestuurders hiervan bewust tijdens de training ‘De schoolleider als piloot’ – waarbij de cursisten ook daadwerkelijk met mij de lucht in gaan – en schreef een boek over dit onderwerp: ‘Slim! 50 managementtechnieken om uw school te leiden’. Ik leer schoolleiders om vooraf duidelijke doelen te stellen, regelmatig te kijken of iedereen in de goede richting beweegt en sneller in te grijpen als dat niet zo is. In mijn eigen interim werk staat deze werkwijze trouwens ook centraal. Vooral voor scholen of scholenkoepels die een kwaliteitsboost kunnen gebruiken, is deze werkwijze een must.”
Wat is jouw kracht of onderscheidende vermogen?
“Opbrengstgericht werken! We kunnen allemaal wel mooie quotes bedenken zoals ‘de school is een veilige plek’. Daar ben ik niet op tegen, maar het zou in de basis voor iedere school normaal moeten zijn, toch? Als je de school verlaat en je kunt amper lezen, kijk je dan wel met plezier terug op je schooltijd? Ik vrees van niet. Echt goed leren lezen is voor mij één van de belangrijkste opdrachten voor het basisonderwijs. Goed kunnen lezen verschaft je de toegang tot de wereld. Het helpt bij je leren rekenen, leren spellen… noem maar op. Momenteel verlaat bijna 25 procent van onze leerlingen de basisschool als laaggeletterde, dus eind groep 6 niveau. De dyslecten dan nog niet meegerekend. Dat is een schande en mag niet gebeuren. Deze leerlingen ondervinden hier hun leven lang hinder van. Ik ben dus erg gebrand op leeropbrengsten die passend zijn bij de leerling, vooral ten aanzien van het lezen. En met uitdaging en gezonde ambitie is ook helemaal niets mis. Hierbij geldt voor mij ‘winnen is belangrijker dan meedoen’. Een school is immers geen activiteitencentrum.”
Wat is jouw motto?
“Vandaag is de dag, naar een gedicht van Toon Hermans. Vrij vertaald betekent het voor mij: niet lopen zeuren, maar maak er iedere dag wat moois van. Naar het onderwijs gedacht betekent het voor mij: ‘We can’t accept one day of bad teaching’ zoals ik een directeur van een Engelse school in een achterstandswijk eens hoorde verkondigen.
Vandaag is de dag,
hij komt maar één keer,
morgen dan is het
vandaag al niet meer.
Niet zeuren, geniet
van het leven, het mag,
maar doe het vandaag,
want vandaag is de dag.
Wat zijn jouw dromen voor de toekomst?
“Dat kinderen hun schooltijd zien als de mooiste tijd van hun leven. Als je een goede schooltijd hebt, ervaar je competentie, autonomie en relatie. De mooiste tijd van je leven is trouwens niet altijd de gemakkelijkste tijd! Het kan best zijn dat iemand het lastig vindt om lesstof onder de knie te krijgen of niet altijd even goed in de klas ligt. Evengoed kun je veel leren, fijne vriendschappen opdoen en aandacht ervaren van de meesters en juffen.
Competentie, autonomie en relatie zijn psychologische basisbehoeften. Iedereen wil ervaren dat hij of zij bekwaam of kundig is. Maar ook dat je niet afhankelijk bent van anderen, want dat geeft trots. Tot slot wil je relatie ervaren, je wilt gezien en gewaardeerd worden voor wie je bent. Dat is bepalend voor hoe je je voelt in de omgeving waarin je verkeert. Hoe je dat als leerkracht bereikt in de lessen? Ik pleit ervoor om de instructielessen weer centraal te stellen waarbij de kwaliteit van de interactie als belangrijk wordt gezien. Dat hoeft helemaal niet saai te zijn! Uitleg geven kan met de nodige humor, variatie en speelsheid, en ook door leerlingen te betrekken bij de les. En door aan leerlingen te laten weten dat je als leerkracht begrijpt dat sommige dingen moeilijk zijn. Juist dan zullen zij zich component en autonoom voelen, en het idee krijgen gezien te worden. Met als resultaat: meer succes en plezier!”
Meer inspiratie opdoen?
Via podcasts over onderwijs wil Theo onderwijsprofessionals verder inspireren. In de podcasts gaat hij in gesprek met diverse wetenschappers over aspecten van het lesgeven. Je kunt de podcasts hier gratis beluisteren.